donkerstraat 1-7
donkerstraat 1-7
Marjan en Pieter:
Bekijk 360° foto Bron: delft.nl
Vervolg geschiedenis verhaal deel 1....
Buren.
Als je straat van nu vergelijkt met dat van 41 jaar geleden vallen er een hoop dingen op. Het was nog echt krotten steeg. Aan de zuidkant loodsjes en pakhuizen met een enkel verwaarloosd huis. Aan de noordkant wat beter. Een rijtje met eendere huizen uit de late 19e eeuw. Ook om mij heen was er veel kapot. Maar er woonden ook mensen in bewoonbare huizen. Niet altijd even groot. Op nummer 2, waar nu Gerrit en Margot wonen, woonden twee gezinnen. Henk Molenaar, de bekende graficus in het bovenhuis en een dikke mevrouw met een dunne man en een klein kefhondje in het benedenhuis. Voor haar was het ongewoon dat een vrijgezel als ik toen was zelf zijn ramen waste. Op nummer 4 was de toegang tot de bakkerij van van der Meer en Schoep. Maandags in het verleden werd de oven opgestookt en vlogen de brandstoffen over de buurt zo de witte was in. Dat was in 1967 al niet meer. Maar wel de overlast van de vrachtwagen die de in Rotterdam gebakken broden en koekjes om 4 uur in de nacht bij de poort bezorgen. De laadklep maakte een rotherrie en ik sliep daar zo ongeveer boven. Briefjes hielpen niet. Na de bakfietsen kwamen de Spijkstalen. Electro wagentjes die in en uit gingen. De Noorder Markthof werd de opvolger. De geur van brood vervangen door vis en goedkope parfum. De huizen waar Jan Bakkeren woont een opslagplaats waar ik mijn eerste werkplaats had. Nummer 8. Daar woonde ooit zwarte Lola. Volgens zeggen de eerzame ex van een brandstoffenhandelaar. Met 2 grote zonen bewoonde ze het huisje. Toen de zonen het huis uit gingen voorzag zij in haar onderhoud door mannen te ontvangen. Na haar vertrek stond het huis nog bekent.
Nummer 10. Een kapot huis zonder toegang. Pakhuis geworden. Het hoorde bij het complex van van de Meer en Schoep. Geen deur zat er in de gevel. Ik hoorde het verhaal dat bij een inval van de arbeidsinspectie de mannen verdwenen. Niet terug te vinden in de wirwar van binnenplaatsen en plaatsjes. Op de verrotte zolder stonden de flessen smaak- en geurstoffen in natte en verdroogde vorm. Nummer 12. Een leegstaand pakhuis dat ooit van de Amsterdamse huidenhandel was geweest. Het zout zit nog in de muren. Aannemer van Mierlo sloopte de 19de-eeuwse trapgevel, evenals de rest van de huizen tot aan het huis van Jan en Margreet.
Nummer 1. Pakhuisje dat ooit een woning was waar Casper met zijn moeder woonde en na haar overlijden alleen. Karlas de bloemenman had op de binnen plaats er zijn potten en pannen achter gelaten. Schoorsteenveger ’s-Gravenmade gebruikte het pakhuis voor opslag van gekko’s en andere spullen.
Nummer 5-7.Ook huisjes geweest. 2 nog wel. In 1935 buiten gebruik gekomen waarna er een uierboord kokerij in kwam. De haken waar de uiers aanhingen zitten nog aan de balken. Later kwam er een autowerkplaats in. Op de wrakke zolder lagen de motoren. Jan Hoekstra volgde hem op en maakte er en werkplaats van voor decoraties. Ik volgde Jan op.
Nummer 7a. IJswafeltjes fabriek de Ster. Menig kind uit de straat en de buurt kocht er kruimels. Ik ook. Niet te vreten zo droog. Een brand maakte een einde aan het bedrijf. De firma verhuisde en de broers verbouwde het tot een woning met zwembad in het achterhuis. Toen de grond ver was uitgegraven knikte de buitenmuren waarop Ed van nummer 9a adviseerde de boel maar te stoppen. Het werd geen ontvang huis met luxe voorzieningen maar een ordentelijke woning in een voormalige stadsboerderij.
Zo heb ik mijn verhaal verteld. Ik hoop dat jan en Margreet hun buren van 42 jaar geleden kunnen beschrijven.